Vragenlijsten

Onderstaande lijsten komen uit het werkboek Ik leer anders van Agnes Oosterveen. Op haar site www.ikleeranders.nl staat meer informatie over de werking van de hersenhelften bij een beelddenker. De talenten en tips voor onderdelen waar een beelddenker hulp bij kan gebruiken (bijvoorbeeld het plannen en organiseren).

Ben jij een beelddenker?

1.Denk je vooral in beelden in plaats van woorden?


2.Weet je dingen, zonder in staat te zijn uit te leggen waarom?


3.Los je problemen op ongebruikelijke wijze op?


4.Heb je een levendige verbeelding?


5.Herinner je wat je gezien hebt en vergeet je wat je hoort?


6.Ben je verschrikkelijk slecht in het spellen van woorden?


7.Kun je zaken visualiseren uit verschillende perspectieven?


8.Ben je organisatorisch gehandicapt?


9.Verlies je vaak het bewustzijn van tijd?


10.Lees je liever een kaart dan mondelinge aanwijzingen te volgen?


11.Herinner je plaatsen die je slechts een maal bezocht?


12.Is je handschrift voor anderen moeilijk leesbaar?


13.Kun je aanvoelen wat anderen voelen?


14.Ben je muzikaal, artistiek of mechanisch aangelegd?


15.Weet je meer dan anderen denken dat je weet?


16.Heb je een hekel aan spreken voor een groep mensen?


17.Voel je je slimmer naar mate je ouder wordt?


18.Ben je een slaaf van je (spel)computer?







Als je 10 van de bovenstaande vragen met ‘ja’ hebt beantwoord, bent je zeer waarschijnlijk een visueel-ruimtelijke leerling.

Test van Linda Silverman, boek Upside-Down Brilliance: The Visual Spatial Learner. Uit het werkboek Ik Leer Anders van Agnes Oosterveen.

Is je kind een beelddenker?

1. Kan jouw zoon of dochter goed puzzelen?


2. Houdt je kind veel van de TV en/of spelcomputer?


3. Speelt je kind graag met constructiespeelgoed (Lego e.d.)?


4. Heeft je kind een levendige verbeelding en kan daardoor op gaan in zijn/haar fantasiewereld?


5. Wordt hij/zij makkelijk afgeleid?


6. Moet je instructies vaak herhalen voordat taken worden uitgevoerd?


7. Heeft je kind laat leren lopen?


8. Wiebelt hij/zij veel?


9. Eerst doen en dan pas denken?


10. Is hij/zij overweldigend aanwezig op verjaardagen en in pretparken?

(Na eerst de kat uit de boom te hebben gekeken.)


11. Denkt je kind erg zwart-wit?


12. Is hij/zij erg perfectionistisch, die niet graag faalt (gevoelig voor kritiek)?


13. Wint je kind graag en is het een slechte verliezer?


14. Herinnert hij/zij gebeurtenissen gedetailleerd (zelfs van jaren geleden)?


15. Heeft je kind problemen met het vasthouden van een pen, slecht handschrift?


16. Heeft je kind een allergie, last van astma of veel oorontstekingen (gehad)?


17. Heeft je kind een goed gevoel voor humor (creatieve woordspelingen)?


18. Moeten de etiketten uit kleding geknipt worden? Draagt hij/zij graag zachte stoffen en heeft hij/zij bijvoorbeeld een hekel aan harde knoopjes?



Als je 10 van de bovenstaande vragen met ‘ja’ hebt beantwoord, is jouw kind waarschijnlijk een beelddenker.

Test van Linda Silverman, boek Upside-Down Brilliance: The Visual Spatial Learner. Uit het werkboek Ik Leer Anders van Agnes Oosterveen.

Beelddenker of niet?

Het woord beelddenker moet iets genuanceerd worden opgevat. Het gaat om mensen met een visuele voorkeur. Heb je een visuele voorkeur dan kun je op een andere manier informatie opslaan dan op de manier die vaak op school aangeboden wordt.

De meeste ouders herkennen hun kind direct bij het beantwoorden van bovenstaande vragen. Deze lijst benadrukt met name de drukke kant van beelddenkers. Er zijn daarentegen ook veel beelddenkende kinderen die juist rustig zijn. Ieder mens is anders en uit zich ook anders.
Gelukkig zie je direct of deze leermethode werkt. Een beelddenker spelt een woord met gemak van voor naar achter en van achter naar voor. Dat lukt alleen als je het woord kan visualiseren. Altijd proberen! Want als je zoon of dochter in beelden denkt, wordt het leren opeens een stuk makkelijker. Bij twijfel kun je altijd contact opnemen.